Regels voor Lacrosse Keepers

De keeper van een lacrosseteam neemt de verantwoordelijkheid op zich om schoten van het andere team te stoppen. De keeper is verantwoordelijk voor het op de hoogte houden van de verdediging over het spel zoals het zich ontvouwt op het veld, omdat hij het beste overzicht heeft. De keeper is ook een belangrijk onderdeel van de aanval, omdat hij de bal na het stoppen op de meest voordelige plek moet afleveren.

Stok

De keeper gebruikt een andere stick dan de andere teamleden. Zijn stok is 10 tot 12 inch breed in plaats van 6 1/2 tot 10 inch breed. Keepers kunnen hun sticks in beweging houden en aanvallende spelers lokken, bijvoorbeeld door de stick hoog te houden om een ​​laag schot een goede optie te laten lijken.

Doelplooi

De keeper mag de bal alleen met haar handen aanraken als hij binnen het doelgebied staat. De keeper en de plaatsvervangers van de keeper zijn de enige spelers die in de plooi mogen zijn of zelfs het vlak van de plooi mogen breken. De plaatsvervanger kan in de plooi komen als er een omzet is, de verdediging heeft duidelijk balbezit en de keeper is uit de plooi. Wanneer de bal losraakt of weer in de controle van de aanvallers komt, moet de hulpsheriff onmiddellijk de plooi verlaten.

Stopt

Telkens wanneer een keeper stopt en balbezit verkrijgt, heeft de keeper vier seconden om ofwel met de bal uit de plooi te komen of de bal te passen. Gedurende deze vier seconden mag geen enkele speler de keeper aanraken. Bij jeugdlacrosse, dit tijdsbestek kan worden verhoogd tot 10 seconden.

Opnieuw invoeren van vouw

Als de keeper met de bal uit het doelgebied gaat, het is de keeper niet toegestaan ​​om opnieuw in het speelveld te komen totdat de bal is gegeven aan of genomen door een andere speler.



[Regels voor Lacrosse Keepers: https://nl.sportsfitness.win/sport--/Hockey/1002045766.html ]