Basketbaloefeningen van het eerste leerjaar

Elke keer dat kleine kinderen een sport beoefenen, dingen moeten leuk blijven en tegelijkertijd de kinderen leren hoe ze het spel moeten spelen. Dit geldt zeker voor basketbal en eersteklassers die het spelen. Oefeningen voor eersteklassers moeten worden gevuld met oefeningen die lesgeven en de kinderen laten genieten van wat ze doen. Hot Potato is een van de beste Basketbaloefeningen 1e graad die in de praktijk gebruikt kunnen worden. Een andere geweldige oefening voor eersteklassers is Dribble Races.

Aanrader:bekijk onze complete collectie basketbaloefeningen voor kinderen van 6-10 jaar.

De meeste kinderen zijn erg bekend met het spel Hot Potato. Kinderen gooien een bal heen en weer en kunnen hem niet lang vasthouden - ze moeten hem zo snel mogelijk teruggooien. De kinderen doen alsof de bal een hete aardappel is.

Hot Potato is een van de beste basketbaloefeningen van het eerste leerjaar omdat het een jonge speler alle verschillende passen kan leren.

Voordat deze basketbaloefening wordt gebruikt, de speler moet worden getoond hoe hij een borstpas correct moet gooien, een bounce-pass, een honkbalpas, en een overheadpas.

Een borstpas wordt gedaan met twee handen die de bal vasthouden. De bal wordt op borsthoogte gehouden en vanaf de borst recht naar het doel gegooid.

Een bounce-pass begint op borsthoogte, maar daalt dan als de armen van de voorbijganger naar voren bewegen. De pass moet ongeveer halverwege tussen de passer en de speler die de pass ontvangt stuiteren.

Een honkbalpas wordt met één hand gegooid. De worp is qua mechanica vergelijkbaar met het gooien van een honkbal.

Een overhead pass wordt met twee handen gegooid en de pass wordt van direct boven het hoofd gegooid.

Zodra alle spelers weten hoe ze de verschillende soorten passen moeten gooien, de Hot Potato-boor kan beginnen.

Tijdens deze oefening moet elke speler een partner hebben. Spelers moeten ongeveer vijftien voet van hun partner verwijderd zijn.

Welk type pass de coach ook roept, de spelers moeten die pass gooien totdat de coach verandert in een ander type pass. De spelers moeten er misschien aan worden herinnerd dat de bal heet is en zo snel mogelijk moet worden opgevangen en gegooid. Echter, de passer moet ervoor zorgen dat de worp recht op de ontvanger is en de ontvanger moet ervoor zorgen dat de bal met twee handen voor zijn/haar lichaam wordt gevangen.

De tweede van de geweldige basketbaloefeningen van het eerste leerjaar vereist dat spelers tegen elkaar racen terwijl ze een bal dribbelen. De meeste spelers kunnen alleen dribbelen met hun dominante hand, maar als de spelers gevorderd zijn, kunnen de races worden gelopen met de off-hand of met wisselen tussen handen. Deze oefening helpt een speler met dribbelen en rennen tegelijkertijd.

Eersteklassers zijn jong, maar ze kunnen nog beginnen met basketballen. Oefeningen voor jonge kinderen moeten leuk en leerzaam zijn. Twee eersteklas basketbaloefeningen die zowel leuk als leerzaam zijn, zijn Hot Potato en de Dribble Races.



[Basketbaloefeningen van het eerste leerjaar: https://nl.sportsfitness.win/sport--/basketbal/1002041032.html ]